Onze
pensioenen zijn gestoeld op een eenvoudig maar krachtig principe: solidariteit
tussen generaties. Wie vandaag werkt, betaalt mee voor het pensioen van wie
gisteren werkte. Maar dat systeem kraakt. Niet omdat het onrechtvaardig is, wel
omdat de cijfers onverbiddelijk zijn.
De vergrijzing
is geen probleem, het is een succesverhaal. We leven langer, gezonder, en
blijven langer actief. Maar dat betekent ook: meer gepensioneerden, en dus meer
druk op onze sociale zekerheid. Tussen 2023 en 2033 stijgt het aantal ouderen
in Vlaanderen met meer dan 20%. Tegen 2050 zullen er wereldwijd meer
60-plussers zijn dan jongeren. In Europa zal er in 2060 naar verwachting nog
maar twee actieven per gepensioneerde zijn.
Deze
demografische realiteit laat weinig ruimte voor uitstelgedrag. Willen we onze
pensioenen betaalbaar houden, dan moet er langer gewerkt worden. Werken tot 70
jaar? In Noord-Europa toont men dat het kan – en dat het werkt. Waarom zouden
wij achterblijven?
Toegegeven:
niet iedereen kan of moet langer werken. Uitzonderingen voor zware beroepen of
gezondheidsproblemen zijn vanzelfsprekend. Maar het uitgangspunt moet zijn: wie
wíl en kán werken, moet daartoe ook gestimuleerd worden.
De discussie
over werkduur wordt vandaag vaak gekaapt door karikaturen en angstbeelden. Maar
onze babyboomers werkten ook decennia lang, zonder al te veel te klagen. Zij
betaalden voor de generaties voor hen. L’histoire se répète.
We moeten
durven focussen op de essentie: hoe houden we voldoende actieven tegenover het
groeiende aantal gepensioneerden? De oplossing ligt niet in tijdelijke
maatregelen zoals het schrappen van indexeringen, het verhogen van
vermogensbelastingen of het uitdelen van bonussen. Dat zijn pleisters op een
wonde die dieper zit.
Wat nodig is,
is een breed gedragen besef dat solidariteit niet vrijblijvend is. Dat onze
welvaart enkel houdbaar blijft als we allemaal ons steentje blijven bijdragen –
ook als dat betekent dat we iets langer werken.
De klok tikt.
Tijd om te handelen.
Geert
Messiaen