29 november 2017
Opiniestuk: Wij zijn niet klaar om de vergrijzing op te vangen
(Geert Messiaen is secretaris-generaal van de Landsbond van Liberale Mutualiteiten en tevens auteur van verschillende publicaties over het Belgische gezondheidssysteem. Hij schrijft dit opiniestuk in eigen naam.)
Onze samenleving is niet klaar om de vergrijzingsschok op te vangen: dat zeg ik al jaren en het blijkt telkens opnieuw bij reportages over de soms schrijnende toestanden in bepaalde woonzorgcentra.
In ons land, en in de meeste Europese landen overigens, is er nood aan een coherent ouderenbeleid en aan een brede maatschappelijke discussie over de weg die we uit willen. Als we langer willen leven in een warme en kwaliteitsvolle samenleving, is er m.i. geen andere oplossing dan daar meer en op de juiste manier in te investeren.
In Knack van 22/11/2017 wierp CM-voorzitter Luc Van Gorp enkele interessante ideeën op over de manier waarop we tegen de vergrijzing aankijken en hoe het anders zou kunnen.
Eén van de elementen die hij aanklaagt is dat onze gezondheidscultuur geobsedeerd is door de wens om zo oud mogelijk te worden, terwijl dat niet de wens is van de meeste ouderen: zij opteren eerder voor een kwaliteitsvol leven.
Het mag niet de bedoeling zijn om te blijven investeren in alsmaar meer levensjaren: alle investeringen in de gezondheidszorg moeten tot doel hebben om mensen zo lang mogelijk te laten leven in goede gezondheid. Leeftijd speelt hierbij geen rol! Om het in gezondheidseconomische termen te stellen: we moeten niet kijken naar de levensjaren op zich, maar wel naar de Quality Adjusted Life Years ( QALY’s) .
Boekhoudersmentaliteit
Net als het gezondheidsbeleid wordt ook de ouderenzorg teveel vanuit een boekhoudersmentaliteit bekeken. De personeelsnormen in de woonzorgcentra zijn veel te krap, waardoor de instellingen te weinig geld hebben om voldoende verpleegkundigen en verzorgenden in dienst te nemen. De normen kunnen misschien volstaan voor technische handelingen, maar om een praatje te maken met bejaarden is er gewoon geen tijd. En dan mag er ook niemand ziek zijn, zwanger of met verlof (wat bijna voortdurend het geval is) of men zit meteen met een personeelstekort. De normen moeten niet alleen wat ruimer, maar ze moeten ook rekening houden met het menselijke aspect. Dat geldt overigens ook voor de opleiding van verpleeg- en zorgkundigen die nog teveel focust op louter technische vaardigheden.
Door de toename van het aantal ouderen kampen heel wat residentiële instellingen met een capaciteitsprobleem. Daarbij komt dat ouderen zo lang mogelijk thuis willen blijven wonen – een trend die wij overigens ten volle ondersteunen – maar eerst de overstap naar het woonzorgcentrum maken wanneer het echt niet meer anders kan. Daardoor krijgen de instellingen te maken met veel zwaardere zorgnoden dan enkele decennia geleden.
Eveneens om financiële redenen bouwen steeds meer rusthuizen overigens ook nog eens hun animatiefunctie af en laat het nu precies dat zijn dat de dagen van de mensen nog wat opvrolijkt.
We moeten de problemen echter in een ruimer kader bekijken: onze besparingsobsessie dateert immers niet van vandaag, maar is al sinds de jaren '80 bezig. Met de Maastrichtnormen – het fundament voor onze euro – is ze er onder druk van Europa alleen maar groter op geworden. We zijn verkeerd bezig, maar zolang we aan de budgettaire orthodoxie blijven vasthouden, zolang er geen fatsoenlijke budgetten voor de ouderenzorg zijn, zal het probleem nooit opgelost raken.
Dit geldt bij uitbreiding eveneens voor ons gezondheidsbeleid. Terwijl de verschillende regeringen in dit land zich blijven focussen op quota om de toename van artsen te beperken, nemen de tekorten in sommige medische beroepen, zoals huisartsen, geriaters en psychiaters, alleen maar toe. Daarom moeten studenten geneeskunde reeds in het begin van hun studies aangemoedigd worden om voor die specialismen te kiezen - en zeker niet wachten tot op het einde.
Nauw verbonden met de budgettaire orthodoxie is de hele mentaliteit van motivering en bewijsvoering: artsen en verpleegkundigen moeten een flink deel van hun tijd besteden aan het invullen van lijsten en formulieren op de computer - en hopen dat daar niets mis gaat - wat andermaal ten koste gaat van de aandacht voor de patiënten of de bewoners. En: niet ingevulde formulieren betekenen ook inkomstenverlies...
Sommige wetenschappers menen de oplossing voor de personeelstekorten gevonden te hebben in het inschakelen van zorgrobots. In de euforie van weer eens een technologische innovatie maken weinigen er zich druk over dat het eigenlijk een uitvlucht is om een machine hoger in te schatten dan beroepskrachten – waarmee ik uiteraard niet beweer dat bepaalde technologische toepassingen en apps geen nut zouden hebben in de zorg.
En wat met de mens?
De eenzijdige aandacht voor de technische aspecten gaat ten koste van de relationele kant van de verzorging. Hoeft het dan te verwonderen dat veel bejaarden geen zin meer zien in hun leven?
Luc Van Gorp pleit dan ook voor een cultuur van het loslaten, dus met de mogelijkheid om euthanasie te vragen bij levensmoeheid (hoewel dat geen medisch probleem is). Ik verzet me tegen het zomaar gelijkschakelen van ‘oud zijn’ met ‘zorgbehoevend zijn’. Mensen met een zware zorgnood vinden we immers terug in elke leeftijdscategorie en de focus in de bejaardenzorg moet eveneens liggen op wat mensen wèl nog kunnen.
Naast de fysieke noden, is één van de grootse problemen van hulpbehoevende bejaarden, de eenzaamheid en de zorg- en verpleegkundigen zijn dan ook soms de enigen met wie ze eindelijk eens een praatje kunnen maken. Maar wat als die persoon nauwelijks tijd voor hen heeft omdat er nog zoveel anderen wachten? In het meerjarenplan dat we in 2016 met alle ziekenfondsen samen hebben opgesteld, hebben we overigens al gepleit voor aandacht voor de zingeving in het zorgproces.
Veel van de aangehaalde problemen hebben natuurlijk te maken met de organisatie van onze samenleving. Luc Van Gorp stelt voor om ouderenzorg tot de basiscompetenties van de burgers te maken in plaats van ze verder te professionaliseren.
Ook dat is een ideetje waarmee je verschillende richtingen uit kan. Het zou inderdaad niet slecht zijn dat we opnieuw leren om elkaar te helpen en we in de mate van het mogelijke weer bepaalde zorgtaken zouden opnemen voor onze ouders en grootouders. ‘Vroeger’ was het evident dat kinderen voor hun ouders zorgden, alleen is de tijdsgeest inmiddels grondig veranderd en is het vrij onrealistisch om dat in de huidige maatschappelijke context als dè oplossing naar voren te schuiven.
Hoeveel beschikbare tijd kan men realistisch gezien veronderstellen in een samenleving met een groot aantal tweeverdieners, een hoog aantal echtscheidingen en relatiebreuken, met alle daaraan verbonden praktische problemen? Geen wonder dat het aantal depressies en burn-outs alsmaar toeneemt.
Met het optrekken van de pensioenleeftijd en het afschaffen van de brugpensioenstelsels worden de problemen er overigens niet minder op. Doordat ook het gemiddeld aantal kinderen per gezin al sinds het begin van de vorige eeuw aan het verminderen is – en de levensverwachting alsmaar toeneemt – moet een steeds kleiner aantal mensen opdraaien voor de zorg van steeds meer zorgbehoevenden.
En laten we niet vergeten dat ook de gigantische mobiliteitsproblemen hun tol eisen: elk uur dat iemand langer in de file staat of langer in de trein of de bus moet doorbrengen is een uur minder dat hij of zij aan zorg kan besteden.
Er bestaat geen mirakeloplossing
Laat het duidelijk zijn: één enkele mirakeloplossing om de problemen op te lossen bestaat niet. Misschien kunnen enkele suggesties enig soelaas bieden. Heel wat mensen zijn te weinig voorbereid op de derde leeftijd die ook voor hen vroeg of laat aanbreekt. Zorgbehoevend worden betekent weer afhankelijk worden van anderen en dus een stuk vrijheid inleveren. Dat is niet gemakkelijk, maar onze samenleving en de ouderenorganisaties en de mantelzorgverenigingen van de ziekenfondsen zouden de mensen kunnen leren om waardig ‘oud’ te worden.
Wederzijds respect voor elke generatie, voor elke mens, is belangrijk! Ook dat aspect moet meer aan bod komen in de opvoeding en tijdens de verschillende opleidingen.
Waar mantelzorgers het niet meer alleen klaarspelen om de zorg voor een hulpbehoevende oudere te dragen, moeten ondersteunende diensten klaar staan. Die zijn er en de ziekenfondsen proberen die zoveel mogelijk tot bij de mensen te brengen. De kwaliteit is goed, maar verbeteringen zijn zeker nog mogelijk.
Geert Messiaen
|