COGITATIONIS POENAM NEMO PATITUR
Ik was verrast, eigenlijk verbolgen recent in de media volgende tekst te lezen: "Hoe gaan we de coronacrisis betalen? en vooral: Wie gaat dat doen? Hef een coronataks op de oudere generatie".
Woorden van een 41 jarige professor gezondheidseconomie, een Belg die doceert aan de Universiteit van Oxford en de Britse regering adviseert.
Het is de tweede maal dat ik een "nieuwe aanval" op de oudere generatie las in volle coronaperiode.
In maart 2020 pende ik hierover reeds een opiniestuk "solidariteit en ouderen " toen n.a.v. een oproep van geriaters het volgende werd gepubliceerd "Breng zwakste rusthuisbewoners met corona niet meer naar het ziekenhuis" gekoppeld aan krantenkoppen "Geen bezoek in Vlaamse woonzorgcentra, blijf uit de buurt van ouderen, tientallen ouderen sterven eenzaam in rusthuizen".
De benadering van deze jonge prof toont opnieuw eens te meer aan dat onze samenleving niet klaar is om de vergrijzingschok op te vangen.
In ons land, en in de meeste Europese landen overigens, is er nood aan een coherent ouderenbeleid en aan een brede maatschappelijke discussie over de weg die we uit willen.
Ik pleit hoe dan ook voor een warme en kwaliteitsvolle samenleving en hierin moet op de juiste manier geïnvesteerd worden.
Daarenboven is en blijft het sleutelwoord - solidariteit - solidariteit tussen en onder generaties is in het jaar 2020, het jaar van de corona, meer dan ooit een must in onze huidige samenleving.
En in deze samenleving zijn de ouderen niet vogelvrij - of om het "cru" te zeggen ... de jacht is niet geopend!
Investeren in de gezondheidszorg moet tot doel hebben om mensen zo lang mogelijk te laten leven in goede gezondheid.
Leeftijd speelt hierbij geen rol.
Om het in gezondheideconomische termen te stellen: We moeten niet kijken naar de levensjaren op zich, maar wel naar de Quality Adjusted Life Years.
De ouderen in onze samenleving hebben wel degelijk hun plaats in de huidige samenleving.
Ze verdienen alle respect.
Net zoals ouderen respect tonen voor de jongeren.
Maar niet in de betekenis van onze 41 jarige professor waar hij poneert : "We moeten een manier vinden om die oudere generatie iets terug te laten geven, zoals een coronataks voor ouderen - éénmalig misschien, om die ongelooflijke inspanning van de jongere generatie toch wel te kunnen erkennen, op een structurele of constructieve manier".
Dergelijke controversieel idee vergroot de kans op een écht generatieconflict.
Wie kan daar nu voorstander van zijn?
Dat een debat, hervorming zich opdringen om de vergrijzing op te vangen, geen probleem.
Professor: Ik ben voorstander van een goede verstandhouding tussen jong en oud.
Niet in de zin van "jong is in, oud wordt bij het huisvuil gezet".
Ja, ik ben gechoqueerd met uw uitspraken.
Uw uitspraken zijn niet van deze wereld, zeg maar mensonwaardig.
U vergeet de zuinige, sobere, hardwerkende levenswijze van de huidige "oudere" generatie.
GEDACHTEN WORDEN NIET GESTRAFT
maar doen pijn voor een bepaalde leeftijdsgroep.
Laat ons vooral niet vergeten dat dergelijke voorstellen leiden tot het afnemen, afbrokkelen van het solidariteitsgevoel in een steeds individualistischer wordende samenleving. De keerzijde van ons streven naar zoveel mogelijke individuele vrijheid is de perceptie dat we elkaar niet meer nodig hebben en dat we volkomen zelf de regisseur kunnen zijn van ons leven. Het lijkt allemaal te kloppen tot we zelf zorgbehoevend worden en de hulp van anderen nodig hebben.
Solidariteit en respect zijn voor mij nog steeds 2 belangrijke hoekstenen in onze samenleving.
Houden zo a.u.b.
Geert Messiaen
15 mei 2020